Het probleem met Stripmusea

In onze links staan onder andere links naar het Hergé Museum, het Marc Sleen Museum, en het Brussels Stripmuseum. Dat zijn elk mooie instituten, maar er is ook een risico mee gemoeid. Strip is namelijk meestal geen “museumkunst”.

Hiermee bedoel ik dat de meeste Strips zijn bedacht om te lezen, terwijl je ze in handen hebt… en zélf bepaalt wanneer je naar de volgende pagina gaat. Ook heb je een zekere intimiteit nodig, om je in het verhaal in te leven. De afstand die je tot een plaat meestal hebt in een Museum, is een ramp voor het “lezen” van een strippagina. En het voorbeeld hierboven, Roy Lichtenstein, is géén stripverhaal (maar daar heb ik het een andere keer wel eens over)!

Toch begaat museum na museum de fout om stripplaten aan de muur te nagelen, achter glas, op ooghoogte… Pagina na pagina.

Niet dat het volledig zinloos is om de originelen van een auteur te ontdekken! Soms krijg je een veel beter begrip van de tekenkunst of technieken die een auteur heeft toegepast! En het kan best boeiend zijn!

Maar het is nooit een échte tentoonstelling. En zelfs een die-hard Smurfen-fan, raakt bij 50 Smurf-originelen de motivatie kwijt. Daarom zijn de beste Striptentoonstellingen deze waar een verhaal verteld wordt, en de originele platen dat verhaal mee ondersteunen.

Daarom ook is het belangrijk dat museumbezoek door een klas, steeds in goede banen wordt geleid!

Enkele tips, specifiek voor Strip (maar je kan ze evengoed toepassen op ándere vakken of tentoonstellingen)

  1. Wees voorbereid! Misschien kan je de tentoonstelling al eens bezoeken? Of is het mogelijk het bezoek voor te bereiden met de plaatselijke gids? Lees toch minstens de flyer, of ga eens kijken op de website! Zo kom je niet voor verrassingen te staan (zoals een namiddagvullende tentoonstelling die na 10 minuten afgelopen lijkt) Zorg er alleszins voor dat je geen half uur kwijtraakt aan het loket (door je kaartjes bv. vooraf te kopen)!

  2. Zorg ervoor dat ook de leerlingen/studenten voorbereid zijn! Ga je het Musée Hergé bezoeken? Dan loont het om te spreken over de tijd van toen, of over het gebouw! Bezoek je een tentoonstelling over Little Nemo in Slumberland, vertel dan op voorhand over de rol van de kranten in die periode! Maar let wel op dat je vooral rand-informatie geeft. Zo blijft het bezoek zelf nog boeiend!

  3. Vertel een verhaal! Is de auteur een gedoemde ziel? Een “rags-to-riches story”? Of is de strip in kwestie een vernuftige marketingmachine? Hang je bezoek aan dat verhaal op!

  4. Bespreek niet alles! Niet alles is evenveel de moeite waard. Er is namelijk altijd het risico op “Museum Burn Out”, waarbij je de hele groep kwijtraakt. Beter is het om één pagina of tekening waar je zélf enthousiast over bent, uit te lichten en er je verhaal aan vast te koppelen. Wedden dat ze daarna zélf de andere pagina’s met andere ogen bekijken?

  5. Laat een moment vrij om te grasduinen, maar geef aan iedereen enkele zinvolle open vragen mee: “Wat is je favoriete werk, en waarom?” of “Wat vind je zelf overroepen, en waarom?” Die “Waarom” is belangrijk! Vraag eventueel dat ze het (als een gsm/mobieltje toegelaten is) fotograferen, zodat ze er later over kunnen praten.

  6. Voorzie tijd in de shop, en spreek met de leerlingen/studenten over wat ze leuk of minder leuk vonden aan het bezoek.

  7. Bespreek achteraf het museumbezoek. Hier kan iedereen hun favoriete of meest gehate werk delen, en hier zijn ook de meest interessante gesprekken mogelijk. Nadien, met het bezoek als ijkpunt, kan je diepere vragen beginnen stellen, over thema’s in iemands werk, of wat een auteur zo belangrijk of boeiend maakt. Wanneer iedereen dezelfde werken gezien heeft, wordt het makkelijker om een zinvol voorbeeld te geven!

Zo. Dit geeft wel wat ideetjes! Wat denken jullie? Geef gerust commentaar hieronder!

Domi

Domi is striptekenaar/stripleerkracht en levenslang gepassioneerd door Strip.
Hij startte deze site om andere (strip)leerkrachten een steuntje in de rug te geven, en te pleiten voor een Volwassen Striponderwijs in het Vlaams DKO (Deeltijds Kunst Onderwijs). Zijn bedrijfje en portfolio vind je op duckrabbit.studio.

Vorige
Vorige

Gevoelige onderwerpen

Volgende
Volgende

Passie